Margiela, de ontwerper van het minimalisme – Ik ben verliefd. Stapelverliefd op die soepel vallende, prachtige stoffen, die mooie lijnen, die eenvoud. Margiela heeft me helemaal te pakken bij mijn bezoek aan zijn tentoonstelling in Antwerpen. Wat een kunstenaar!
tekst: Erica Pach
Monochrome tinten – Ik houd helemaal niet van al dat grijs, ecru, zwart – veel zwart – beige; al die monochrome tinten bij elkaar doen me meestal subiet de winkel uitlopen, maar hier… ik ben er stil van. Adembenemend mooi vind ik het. Juist door die neutrale kleuren komen de stoffen en de strakke belijning prachtig uit. De vrouwen ogen stoer, vrouwelijk en super elegant. De kleding valt soepel en zwiert voorzichtig. Vrijwel alle kleding zit losjes om de vrouwen heen, zodat je niet het perfecte figuur hoeft te hebben om er toch stralend en elegant uit te zien. En daar waar het wel wat strakker zit, zorgt Margiela voor extra veters om de bustier zo aan te trekken dat hij voor iedere vrouw goed zit.
Natuurlijk, rijper wordende vrouw – Margiela wil geen onnatuurlijk beeld creëren van de eeuwig jonge vrouw. Hij wil zijn mode aan de draagster aanpassen, zich niet aan haar lichaam opdringen. Hij ziet graag een vrouw zoals ze is: een natuurlijke en rijper wordende vrouw. Op de tentoonstelling hangt een collage van zijn modellen, die allemaal rond de 40 zijn. Ik lees zelfs dat hij met modellen werkt tot 65. Zeker in de tijd dat hij voor Hermès (1997-2003) werkt, is dat bijzonder. De laatste jaren zie je pas dat er naar oudere stijliconen wordt gezocht zoals de actrices Helen Mirren en Charlotte Rampling.
Voor de tentoonstelling heeft hij drie van zijn vroegere modellen gevraagd om zijn kleding op filmpjes in de expo te tonen. De leeftijd loopt uiteen van – naar schatting – 40 tot 65-70. Mooi om te zien dat de meeste kleding tijdloos is. Op diverse manieren stelt Margiela het ideale lichaam aan de kaak. Neem de ‘oversized’ kleermakersbuste, die is gemaakt voor de collectie van 1988-99. Hij vergroot een Barbie-trui één-op-één uit. Daarbij zie je dat knopen veel te groot uitvallen en volstrekt niet in verhouding staan tot rest van de trui. Om nog maar eens aan te geven dat niet één lichaam perfect in verhouding is.
Celebritycultus spreekt Margiela niet aan – De Belgische Martin Margiela studeert af in Antwerpen en begint in 1984 bij Jean Paul Gaultier in Parijs. In 1988 richt hij met Jenny Meirens zijn eigen label op. Bij Gaultier ziet hij wat roem met je kan doen en besluit dat hij zijn privacy hoog acht en dat hij zelf niet op de voorgrond wil treden. Je zult dan ook zelden een foto van hem tegenkomen. En als hij over zijn collecties spreekt, heeft hij het altijd over ‘wij, het team’. Hij ageert in alle opzichten tegen de celebritycultus van de modewereld in de jaren 90. Ook de gezichten van zijn modellen worden ‘incognito’ gemaakt, zodat deze niet de aandacht van zijn creaties afleiden.
Margiela voor Hermès – De tentoonstelling richt zich op Margiela in zijn Franse Hermès jaren van 1997-2003. Hij is dan verantwoordelijk voor de dames prêt-à-porter collectie. Tegelijkertijd gaat de tentoonstelling ook in op zijn eigen label Maison Martin Margiela (MMM). Margiela’s oeuvre geeft een grote voorliefde aan voor het kleermakersvak. Hij wil het naadje van de kous weten en is waarschijnlijk één van de weinige couturiers die een kledingstuk van A tot Z kan maken. Van het opmeten van je maten tot aan de laatste knoop. Zoals al eerder aangegeven, ontbreekt elke kleur in deze tentoonstelling. Dit monochrome kleurenpalet staat haaks op de veelkleurige en bedrukte stukken waarmee Hermès in die tijd geassocieerd wordt. Ook bedingt Margiela bij zijn aantreden dat hij niet met de bedrukte sjaals en carrés wenst te werken, noch enige andere vorm van print. Nogal een verandering voor Hermès. Hij krijgt gelukkig carte blanche van de toenmalige CEO Jean-Louis Dumas.
Silhouet – Door met monochrome en neutrale kleuren te werken, kan Margiela de aandacht leggen op het tactiele, de techniek, de materialen, de zaken die mij ook meteen opvallen als ik rondloop. Daarnaast gaat hij uit van de vrouw die zijn kleding draagt; meer vanuit het comfort dan vanuit de blik van de toeschouwer. Niks te strakke modellen, waar je je buik moet inhouden en elke keer moet checken of alles nog goed zit. De kleding valt sluik langs je heen en geeft een zwierige, elegante look. Voor Hermès heeft Margiela een soepel lichaam voor ogen, zonder geaccentueerde taille en een natuurlijke schouder, zonder vullingen. Eind jaren 80 doet hij voor zijn eigen label precies het omgekeerde. Bij zijn toenmalige eerste collectie toont hij juist een gestructureerd en nauwsluitend silhouet. In die tijd voeren de oversized schoudervullingen de boventoon. Margiela gaat dwars tegen deze trend in met zijn natuurlijke schouder. Zijn ‘cigarette’- schoudervulling verhoogt de smalle schouderlijn, terwijl de natuurlijke schouder zich door twee nepen aftekent in de mouw. Margiela is geobsedeerd door schouders en in zijn latere collecties besteedt hij daar telkens aandacht aan. Zijn schouders gaan van extreem smal tot extreem breed.
Transformatie – Margiela ontwerpt talrijke kledingstukken die je op verschillende manieren kunt dragen. Zo daagt Margiela ‘de Hermès-vrouw’ uit om te spelen met haar garderobe, ook om te voorkomen dat zij misschien uitgekeken raakt op haar kleding. Omdat hij succesvolle stukken in de verschillende seizoenen in nieuwe materies of varianten herhaalt, kan zij die weer combineren met bestaande stukken. Over klantenbinding gesproken! Je kunt zijn kledingstukken in twee of zelfs drie lagen over elkaar dragen. Of je kunt onderdelen weglaten: een trenchcoat wordt een soort trenchjurk of een mouwloze trenchcoat. En dan kun je het jasgedeelte er weer losjes overdragen. Hij doet dit zowel voor Hermès als voor zijn eigen collectie.
Neem de trikini bij Hermès, waarbij je het middenstuk dat je eventuele buikje verbergt, kunt weglaten. Of de verknipte trui van MMM, die bestaat uit losse mouwen tot over de elleboog, een bovenstuk en een onderstuk. Je kunt alle drie de delen tegelijk aan of je kunt bijvoorbeeld de mouwen weglaten.
Breiwerk – Bij Hermès leert Margiela de finesses van kasjmier appreciëren en gaat volop experimenteren met het materiaal. Je komt het dan ook voortdurend tegen in zijn kleding. Pure kasjmier of kasjmierflanel, kasjmier gecombineerd met zijde, kasjmier in de ‘shetland look’. Hij slaagt erin een techniek uit te vinden om naadloze truien te maken. Onder zijn eigen label MMM daarentegen heeft zijn breiwerk juist veel naden en nepen. Op de tentoonstelling hangt ook een trui van de hand van zijn moeder. Zijn truien zijn zo’n succes dat zijn moeder de vraag niet aankan en haar vriendinnen inschakelt. Zo is iedere trui uniek, want iedereen heeft een andere hand van breien.
Avondkleding – Pas na enkele seizoenen voegt Margiela avondkleding aan zijn Hermès-collectie toe. Hier voert zwart de boventoon en zijn er geen opvallende looks. Door de puurheid en het minimalisme, de prachtige stoffen en de fantastische coupe sta ik – die niet van zwart, maar vooral van felle kleuren en meer ‘schmuck’ houdt – al deze schoonheid met open mond te bewonderen. Hij introduceert opvallende elementen binnen de avondkleding, zoals enkellange truien in kasjmier en zijde. In combinatie met lange leren handschoenen of een overrok met satijnen smokingstreep veranderen ze in avondensembles. Bij zijn eigen couturehuis MMM introduceert hij omgekeerd elementen uit een avondgarderobe in kleding voor overdag. Uit de haute couture van Hermès neemt hij het arbeidsintensieve handwerk en de productie van unieke stukken over. Luxe is volgens hem niet zozeer het gebruik van dure materialen maar eerder het aantal werkuren dat wordt besteed aan een kledingstuk. De productietijd wordt dan ook daarom steevast gecommuniceerd.
Schoenen – Door de hele collectie kom je zijn typerende schoenen tegen, de tabi. Dit is een soepel enkellaarsje, geïnspireerd op Japans schoeisel met een gescheiden grote teen, geplaatst op een hoge cilindervormige hak. Dit moet de illusie creëren van een naakte voet op een hoge hak. Hij heeft deze schoenen ononderbroken getoond van 1988 tot 2008. Je ziet ze dan ook overal, in hun pure lederen vorm, al dan niet (woest) beschilderd.
Totaal verliefd dus – Had ik het al gezegd? Verliefd, de hele tentoonstelling door, tot het laatste kledingstuk. En dan heb ik nog niet eens alle aspecten belicht. Ga vooral zelf kijken en laat je inspireren, zeker ook tot combineren van verschillende kledingstukken. Het kan nog t/m 27 augustus 2017, in MOMU Antwerpen.